Of de grote kentering van obligaties naar aandelen al op gang is, valt moeilijk te zeggen. Maar als belegger, hoef je daar niet op te wachten, schrijft Hendrik Oude Nijhuis.

De meeste Westerse aandelenbeurzen leverden de afgelopen vier jaar ieder jaar
een mooi rendement op. Maar beleggers wilden er niet veel van weten:
steevast onttrokken zij geld uit aandelenfondsen, terwijl beleggingen in
obligatiefondsen juist werden opgeschroefd.

Het einde van die trend lijkt onderhand in zicht. Zo werd in de eerste week
van dit jaar per saldo 8,9 miljard dollar aan aandelenfondsen toegevoegd.
Dat is het grootste bedrag in een week tijd sinds de hoogtijdagen van de
internetzeepbel in het voorjaar van het jaar 2000.

Het is overigens niet onlogisch dat beleggers aandelen weer boven obligaties
beginnen te prefereren. Zo presteerden aandelen over de afgelopen periode
van één, drie en tien jaar beter dan obligaties. Bovendien geldt dat de
vooruitzichten voor solide obligaties voor de wat langere termijn onderhand
ronduit slecht geworden zijn. En voor aandelen juist uitstekend.

Obligaties: feest van dertig jaar

Voor bezitters van obligaties waren de afgelopen dertig jaar eigenlijk een
groot feest. Obligaties presteerden uitmuntend: het rendement van
Amerikaanse obligaties met een looptijd van 10 jaar daalde van 14 procent in
1981 tot minder dan 2 procent momenteel (voor Nederland geldt vrijwel
hetzelfde).

En zoals bekend, beweegt de koers van een obligatie omgekeerd aan het
rendement ervan: daalt het rendement, dan stijgt de koers. De zeer forse
daling van het rendement op obligaties in de afgelopen drie decennia heeft
dan ook geresulteerd in fikse winsten voor obligatiehouders.

Dat de huidige rentestanden nog steeds extreem laag zijn, is vreemd maar wel
verklaarbaar. De economische groei in Europa en Amerika is namelijk nog
altijd zwak en heel wat angstige beleggers kiezen nog steeds voor de meest
'veilige' optie. En daarnaast geldt dat centrale banken nog steeds op grote
schaal obligaties opkopen - ook dat drukt de rente omlaag.

Aandelen versus obligaties

Met aandelen kan op korte termijn (zeg iedere periode korter dan een jaar)
vrijwel alles gebeuren. En de zeer forse instroom in aandelenfondsen begin
dit jaar zou misschien wel een beetje huiverig moeten maken. Maar voor
degenen met een lange beleggingshorizon is het argument ten gunste aandelen
zo helder als glas.

Het komende decennium mag in economisch opzicht vrijwel alles tegenzitten, dan
nog zullen aandelen hoogstwaarschijnlijk een redelijk rendement opleveren.
Voor obligaties geldt precies het omgekeerde: voor obligaties moet de
komende tien jaar eigenlijk alles meezitten en zelfs dan resteert
waarschijnlijk nog een verlies.

De grote rotatie

Sommige beursanalisten spreken inmiddels van een op handen zijnde 'grote
rotatie' – uit obligaties en in aandelen. Of die al echt begonnen is, valt
nog niet met zekerheid te stellen.

De recente, forse toevoegingen aan aandelenfondsen zijn wellicht mede het
gevolg van uitgestelde aankopen van beleggers die eerst een oplossing voor
de Amerikaanse fiscall cliff hebben afgewacht. Bovendien worden er
momenteel per saldo nog helemaal geen gelden aan obligatiefondsen
onttrokken, maar voegen beleggers daaraan nog vermogen toe - zij het dat de
bedragen die naar obligatiefondsen vloeien, wel minder beginnen te worden.

Maar heel belangrijk is het nu ook weer niet om het precieze begin van de
'grote rotatie' goed te raden. Veel essentiëler is alvast in te zien dat de
grote rotatie – uit obligaties en in aandelen – eraan zit te komen. En zoals
bekend koopt men aandelen het best, vóórdat iedereen ze weer hebben wil.

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl
over de beleggingsstrategie van Warren Buffett. Deze column is niet bedoeld
als individueel advies tot het doen van beleggingen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl